Dromen en durven te dromen. Dat is de rode draad van ‘Weispield’, het Bantegeaster Iepenloftspul van 2018. Om dit kracht bij te zetten, is kunstenaar Bouke Groen uit Leeuwarden gevraagd om een iconisch beeld te maken. En iconisch wordt het. Groen maakt een hand van maar liefst twintig meter hoog. Van die hand wijst één vinger omhoog. Want dáár blijven veel dromen hangen, in die grote blauwe hemel.
‘Ik ben gevraagd door de regisseur Eelco Venema‘, vertelt Groen. ‘Het idee was om een beeld te creëren dat een functie had voor het iepenloftspul, maar ook een permanente status zou kunnen krijgen.’ In eerste instantie dacht de kunstenaar aan een hoogspanningsmast. De open constructie van het bouwwerk sprak hem hierbij het meest aan. Na gesprekken met Venema en inspiratierondes om de Tsjûkemar, kwam Groen tot de conclusie dat het handgebaar naadloos bij het toneelstuk zou passen.
‘De hand wijst omhoog’, gaat hij verder. ‘Daarmee wordt het landschap gezegend. Daarnaast beeldt het de vanzelfsprekendheid uit van ‘goeie’. Een typische groet die hier bij de omgeving past. En het James Bondgebaar zie ik er ook wel in. Dat sluit weer aan bij het verhaal van Lodo van Hamel, de spion. Voor mij staat het beeld voor je dromen nastreven. Dromen over de toekomst, over wie je bent en wat je wilt. Dromen over iets willen dat je niet hebt. Dromen van een betere wereld. Ja, het is een zware boodschap, maar het handgebaar zelf is heel licht. Ik word hier zeker wel vrolijk van.’
Oorspronkelijk moest het beeld veertig meter hoog worden, dezelfde lengte als een hoogspanningsmast. Inmiddels is de lengte gehalveerd naar twintig meter waarvan de voet (of in dit geval de pols) vijf meter telt en de hand vijftien meter. De hand wordt gemaakt van geschilderd vurenhout, de pols van ijzer. Het blijft een open geheel, zoals een hoogspanningsmast dat ook is. Het kunstwerk wordt geplaatst in een driehoekconstructie, net als de Eiffeltoren. Het geheel wordt daarna verzonken op een ponton vlakbij het strand van de Marchjepôle. ‘Het wordt een iconisch beeld.’
Foto: Johan Westenbroek